Buitenplaatsen langs de Amstel

Publicatiedatum: 29 december 2021

Je vindt deze indrukwekkende monumentale panden met bijbehorende tuinen of parken op verschillende plekken terug in het Nederlandse landschap. Zo ook langs de Amstel. Maar wat is het verhaal erachter?

Bij buitenplaatsen moet je denken aan landhuizen of kastelen, inclusief bijgebouwen en daaromheen aangelegde park of tuin. Enkele buitenplaatsen ontstonden nadat kastelen hun militaire functie verloren, maar veel buitenplaatsen zijn speciaal aangelegd door rijke stedelingen. Laatstgenoemden stopten met name vanaf eind zestiende eeuw hun spaargeld in deze luxe zomerverblijven én land buiten de stad.

Zomers vermaak voor welvarende families
In eerste instantie bestonden de buitenplaatsen uit (bestaande) boerderijen, waar de welvarende families pachters lieten wonen om het aangekochte land te bewerken en rendabel te houden. Aan zo’n boerderij werd een speciale ‘herenkamer’ gebouwd. In deze luxe kamers konden de stedelingen en hun gasten zich ‘s zomers vermaken als zij de drukte, warmte én stank van de stad wilden ontvluchten. Dergelijke boerderijen met een herenkamer staan ook wel bekend als ‘hofstedes’.

2021 Hofstede Wester-Amstel - Stadsarchief Amsterdam  // hofstede_wester-amstel_-_beeld_stadsarchief_amsterdam_vervaardiger_abraham_rademaker.jpg (91 K)

Hofstede Wester-Amstel (Amsteldijk-Noord), Stadsarchief Amsterdam, vervaardiger Abraham Rademaker & Leonardus Schenk

Luxueuze buitenhuizen langs het water
De rijkdom van de welvarende stedelingen groeide en dit leidde ertoe dat er vooral vanaf het eind van de zeventiende eeuw op deze landgoederen compleet nieuwe buitenhuizen werden opgetrokken. De echt rijke eigenaren hadden genoeg geld om voor de inrichting alles dubbel aan te schaffen, van servies tot al het meubilair. Maar de meeste onder hen verhuisden de complete inboedel in het voorjaar van Amsterdam naar het buitenhuis, om in het najaar alles weer terug te verhuizen.

De luxueuze buitenhuizen langs het water zijn door hun statige stijl goed als zodanig herkenbaar en hebben als gemene deler dat ze allen door veel groen omringd werden. De siertuinen of parken, met vaak indrukwekkende waterpartijen, en het landhuis zelf waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het doel van deze zomerverblijven bleef te allen tijde vermaak. Zo dienden de tuinen en parken om in te wandelen en vond je er vaak theekoepels, oranjerieën met uitheemse plantsoorten en zelfs menagerieën met exotische dieren.

2021 Buitenplaats Oostermeer - Stadsarchief Amsterdam // buitenplaats_oostermeer_voorzijde_-_beeld_stadsarchief_amsterdam_.jpg (87 K)

Buitenplaats Oostermeer (Amsteldijk-Noord), Stadsarchief Amsterdam, vervaardiger Jacoba Johanna Elisabeth Kruimel

Goed bereikbaar vanuit de grote steden
De meeste buitenplaatsen uit die tijd zijn aan wateren gesticht binnen een straal van zo’n 50 kilometer van grote steden in het westen van Nederland. Reden hiervoor was dat de stedelingen natuurlijk hun buitenhuizen makkelijk wilden kunnen bereiken. Zo telde het gebied aan de Amstel rond 1700 zo’n 44 buitenplaatsen, maar vond je deze onder meer ook aan de Vecht, in het Gooi, in het Kennemerland en bij Wassenaar.

Waar zijn alle buitenplaatsen gebleven?
Van de buitenplaatsen langs de Amstel zijn er vandaag de dag helaas nog maar drie overgebleven (namelijk Wester-AmstelAmstelrust en Oostermeer). Waar de zeventiende en achttiende eeuw nog als hoogtijdagen golden van buitenplaatsen en landgoederen, kwam hier rond 1800 verandering in. In de Franse Tijd werden adellijke bezittingen in beslag genomen, privileges afgenomen en het erfrecht werd vernieuwd. Slecht nieuws dus voor de rijke eigenaren van de buitenplaatsen, zij kregen het financieel voor de kiezen.

2021 Buitenplaats Oostrust - Stadsarchief Amsterdam // buitenplaats_oostrust_-_beeld_stadsarchief_amsterdam_vervaardiger_abraham_rademaker.jpg (87 K)

Hofstede Oost-Rust (Amsteldijk-Noord 127-128), Stadsarchief Amsterdam, vervaardiger Abraham Rademaker & Leonardus Schenk

Ook al werden de oude machtsverhoudingen later deels hersteld; veel buitenplaatsen overleefden deze tijd niet. Het was bovendien simpelweg te duur om hier alleen in de zomerperiode te verblijven. Het gevolg: sommige landgoederen werden afgegraven om het zand te verkopen, maar ook werden er veel plekken gesloopt. Zo kon men deze plekken voortaan als landbouwgrond gebruiken of bebouwen voor nieuwe stadswijken.

De echte nekslag voor de buitenplaatsen was de ontwikkeling op het gebied van vervoer die aan het begin van de negentiende eeuw op gang kwam. Auto's en treinen maakten het mogelijk om eenvoudiger afstanden tussen de stad en dorpen eromheen af te leggen. Zo kon men het hele jaar 'buiten' wonen, in huizen die bovendien een stuk moderner waren (met verwarming, waterleidingen en elektriciteit) dan de onverwarmde, ouderwetse en ontzettend dure buitenhuizen. 

Lees hier meer over hoe het buitenplaats Wester-Amstelbuitenplaats Oostermeer en buitenplaats Amstelrust in de loop der tijd is vergaan!

Bronnen: Oneindig Noord-Holland, Amstelgoed en Amstelveenweb